Paragrafen

3.3 Weerstandsvermogen

Financiële kengetallen

Financiële kengetallen
De gemeente dient te beschikken over een structureel sluitende begroting. Dat is de enige wettelijke norm. De begroting is dan materieel en reëel in evenwicht. De gemeente kan dan aan de bekende financiële verplichtingen voldoen, zonder aanvullende maatregelen te treffen. De gemeente Den Haag voldoet aan deze verplichting. Daarnaast worden door het BBV nog meerdere kengetallen voorgeschreven om op te nemen in de begroting om een zo volledig mogelijk beeld te geven van de financiële “gezondheid” van de gemeente. Deze financiële kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien. De kengetallen zijn daarom gezamenlijk opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Deze kengetallen zijn in de eerste plaats bedoeld om inzicht te geven aan de gemeenteraad in de financiële positie. Er bestaan geen wettelijke normen. In de onderstaande tabel zijn de voorgeschreven financiële kengetallen opgenomen. De meerjarige kengetallen zijn ontleend aan een geprognosticeerde balans, welke extracomptabel tot stand is gekomen.

Onderstaand de kengetallen in de programmabegroting 2022 – 2025

 

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Netto schuldquote

26,83%

38,98%

51,51%

59,04%

65,16%

67,68%

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)

21,70%

32,94%

46,16%

54,03%

60,58%

63,47%

Solvabiliteitsratio

38,74%

35,89%

30,88%

27,22%

24,77%

22,52%

Structurele exploitatieruimte

0,22%

-0,54%

-0,34%

0,32%

0,10%

0,00%

Grondexploitatie

0,58%

0,70%

0,73%

0,84%

0,83%

0,83%

Belastingcapaciteit

81,46%

85,42%

85,81%

85,81%

85,81%

85,81%

EMU-saldo (in dzd. Euro's)

-93.145

-178.277

-270.000

-196.000

-192.395

-75.000

 
Netto Schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. De komende jaren neemt de netto schuldquote van de gemeente toe. Dit komt omdat de gemeente geld aantrekt voor de uitvoering van investeringsprojecten en door verstrekte leningen aan enkele verbonden partijen/derden. Om deze leningen te kunnen verstrekken heeft de gemeente geld op de kapitaalmarkt geleend. Deze leningen zijn één op één door verstrekt aan de verbonden partij. Hoewel de schuldquote oploopt, blijft deze ruim binnen de signaleringsgrens van 130 procent. De sterke stijging van de netto schuldquote in 2022 ten opzichte van 2021 komt door de verkoop van Eneco. Deze incidentele verkoopopbrengst heeft een gunstig effect op dit kengetal in 2021. In de jaren daarna worden de Eneco-middelen aangewend om het voorgenomen beleid te realiseren. Hierdoor neemt de schuldquote weer toe. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.

Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)
De gemeente leent geld voor de financiering van de eigen activiteiten. Om een goed beeld te krijgen van de omvang daarvan, wordt de totale financiering gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente aan derden verstrekt. De gemeente leent de komende jaren meer voor de financiering van de eigen investeringen. De Haagse bevolking groeit elk jaar verder, en de gemeente wil de dienstverlening aan haar burgers, ook de nieuwe, op z’n minst op hetzelfde niveau handhaven. Hierbij horen grote investeringen die deels met geleend geld worden betaald. Daarnaast nemen door de uitvoering van het voorgenomen beleid de bestemmingsreserves af. Het betekent dat het voorgenomen beleid wordt uitgevoerd, maar ook dat de behoefte aan externe financiering toeneemt. Omdat tegenover de leningen voorzieningen staan waar de stad meerdere jaren profijt van heeft en de bijbehorende financieringslast adequaat gedekt is, vindt de gemeente de toename van de netto schuldquote aanvaardbaar. De schuldquote van Den Haag bevindt zich ruim binnen de in de theorie genoemde (en door de VNG gehanteerde) signaleringsgrens van 130 procent. De sterke stijging van de netto schuldquote in 2022 ten opzichte van 2021 komt door de verkoop van Eneco. Deze incidentele  verkoopopbrengst heeft een gunstig effect op dit kengetal in 2021. In de jaren daarna worden de Eneco-middelen aangewend om het voorgenomen beleid te realiseren. Hierdoor neemt de schuldquote weer toe.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit op de balans gefinancierd is door het eigen vermogen. Solvabiliteit is een term uit de bankwereld. De solvabiliteit geeft aan in welke mate een bedrijf zijn langlopende schulden kan terugbetalen. Dat is voor een bank belangrijk bij zijn beslissing om een bedrijf al dan niet een langlopende lening te verstrekken. Hoe meer eigen vermogen een bedrijf heeft, hoe hoger de solvabiliteit. Als dat bedrijf dan verlies maakt, komt de terugbetaling van de langlopende lening niet in gevaar omdat dat verlies ten koste gaat van het eigen vermogen van het bedrijf. Als dat bedrijf verlies blijft maken, is er een bepaalde solvabiliteit nodig om dat bedrijf te kunnen liquideren zonder de terugbetaling van de lening in gevaar te brengen.

Bij de gemeente heeft de solvabiliteit als losstaand getal een beperkte betekenis. De kredietwaardigheid van de gemeente wordt niet bepaald door de solvabiliteit en de gemeente kan niet worden geliquideerd. Illustratief is dat het Rijk nooit zijn eigen solvabiliteit berekent. De minister van Financiën bevestigde dat nog op 2 juli 2018 (Kamerstuk 31.865; nr. 117, blz. 27): “In principe kunnen de gebruikelijke financiële kengetallen van balansen zoals liquiditeit en solvabiliteit afgeleid worden uit de overheidsbalans. Hierbij zij aangetekend dat de betekenis van financiële kengetallen bij overheden anders kan zijn dan bij bedrijven. Zo hebben overheden de mogelijkheid om bijvoorbeeld in de toekomst de belastingen te verhogen (een post die niet geactiveerd wordt op de overheidsbalans).” En (idem, blz. 53): “Voor de overheid is het wenselijk om inzicht te hebben in de mate waarin zij zowel op lange termijn als op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Op dit moment wordt de solvabiliteit gewaarborgd door de houdbaarheidssommen van het Centraal Planbureau. Deze bieden inzicht in de langetermijn-houdbaarheid van de overheidsfinanciën zodat de politiek daar op kan sturen.” Wat de ‘houdbaarheidssommen van het CPB’ voor het Rijk zijn, is een structureel sluitende begroting in combinatie met een onderbouwd weerstandsvermogen voor gemeenten. Den Haag beschikt over een structureel sluitende begroting en een middels een risicocumulatiemodel onderbouwd weerstandsvermogen. Dat biedt het beste inzicht in de lange termijnhoudbaarheid van de gemeentelijke financiën, zodat de gemeente het beste daarop kan sturen. Het belangrijkste onderdeel van het weerstandsvermogen is de algemene reserve. Door de financiële gevolgen van de coronacrisis is algemene reserve afgenomen.

De gemeentelijke solvabiliteit vertoont een dalende tendens. Dit is het gevolg van bewust beleid. Een deel van het gemeentelijk vermogen bestaat uit bestemmingsreserves. Deze reserves zijn gevormd om het onderliggende beleid uit te voeren. Als dit beleid vervolgens wordt uitgevoerd, nemen deze reserves af. Uit de reserves worden incidentele impulsen gedekt. Hierdoor ontstaan geen tekorten op het moment dat de betrokken reserves zijn uitgeput. Wel neemt hierdoor op termijn de ruimte van de gemeente om keuzes te maken of incidentele investeringen te doen af. Door te investeren neemt de schuld van de stad toe doordat geïnvesteerd wordt in de fysieke infrastructuur (wegen, fietspaden, scholen en overige voorzieningen) van de stad. Deze voorzieningen worden op de balans geactiveerd en vervolgens af geschreven over de gebruiksduur. Om deze investeringen te kunnen betalen worden leningen afgesloten. Natuurlijk zijn de daaraan verbonden rente- en afschrijvingslasten van een adequate dekking voorzien, waardoor de begroting sluitend blijft.

Door de verkoop van de aandelen van Eneco in 2020 is de solvabiliteit ultimo 2020 uitgekomen op bijna 39%. De komende jaren blijft de solvabiliteit naar verwachting boven de signaleringswaarde van de VNG van 20 procent. De kengetallen voor de schuldquota’s blijven ruim onder de signaleringsgrens van 130 procent.

Structurele exploitatieruimte
Het kengetal “structurele exploitatieruimte” geeft inzicht in welke mate de structurele lasten van de gemeente gedekt zijn door structurele baten. Een positief percentage betekent dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt. Een negatief percentage betekent dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of – overschot. Het kengetal in de jaren 2019 tot en met 2021 is negatief. De gemeente wordt geconfronteerd met significante structurele tekorten op vooral Zorg en Jeugd en het gemeentefonds. Voor de tekorten op Jeugdzorg is zicht op structurele aanvullende rijksdekking. De voorziene tekorten voor 2021 en 2022 zijn van concrete dekking voorzien. Voor 2023 en verdere is de omvang van de tekorten nog te onzeker om nu al structurele maatregelen te nemen. Het voorziene tekort van jaarlijks € 19 mln. is tijdelijk binnen het programma Financiën opgevangen. Voor de kortere termijn bestaan hier mogelijkheden toe, waardoor dit niet zichtbaar is in de kengetallen. Echter zonder aanvullende maatregelen is de kans groot dat dit de komende jaren tot tekorten leidt.

Grondexploitatie
De gemeente ziet grondexploitaties als een waardevol instrument om er voor te zorgen dat de stad zich blijft ontwikkelen in de gewenste vorm. Aan grondexploitaties zitten risico’s. Den Haag beperkt deze risico’s zoveel mogelijk door voorziene verliezen aan de voorkant af te dekken en eventuele winsten pas te verantwoorden als het voldoende zeker is dat deze zich voordoen. Deze systematiek is uitgebreid toegelicht in de paragraaf grondbeleid. Desalniettemin blijft er een restant risico. Daarbij kan als vuistregel gehanteerd worden dat hoe groter het aandeel van de grondexploitaties is ten opzichte van de totale gemeentelijke begroting hoe groter de impact is als het risico zich voordoet. Uit het kengetal blijkt dat de waarde van de grondexploitaties bij de gemeente Den Haag relatief een gering deel van de totale baten vormen. De inzichten uit de nieuwe meerjarenprognose grondexploitaties zijn te vinden in de paragraaf grondbeleid van deze begrotingen.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit geeft weer hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van alle gemeenten. Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Den Haag heeft met een percentage van 84% lage woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit past binnen het streven van de gemeente om de woonlasten zo laag mogelijk te houden.

EMU-saldo
Het EMU-saldo is het geraamde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie. Het opnemen van het EMU-saldo is een verplichting die wordt voorgeschreven door het BBV. In de eerste jaren verwacht de gemeente een hoger EMU-tekort dan over de afgelopen jaren. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Dit hangt onder meer samen met de realisatie van Amare, het Meerjarig Investeringsplan en de uitvoering van het incidentele beleid uit het coalitieakkoord voor deze jaren. Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat het tekort in deze jaren toeneemt. Het landelijke beeld is dat in de realisatie het EMU-saldo doorgaans lager is dan het begrote saldo. Na 2022 lijkt het EMU-saldo af te nemen. Voor een belangrijk deel komt dit doordat de (vervangings)investeringen voor die jaren nog niet volledig in te schatten zijn.

Geprognosticeerde balans
De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de hoofdlijnen van de effecten van de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente in de komende jaren op de balans.
De investeringen worden deels met langlopende leningen (schulden) betaald. De langlopende schulden blijven onder de in de literatuur genoemde bovengrens van 130 procent van de exploitatie. Met andere woorden: de financiële positie van de gemeente blijft gezond.

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Vaste activa

Immateriële vaste activa

290

0

0

0

0

0

Materiële vaste activa

1.881.479

1.997.000

2.125.000

2.212.000

2.331.000

2.312.000

Financiële vaste activa

458.944

435.000

381.000

351.000

322.000

286.000

2.340.713

2.432.000

2.506.000

2.563.000

2.653.000

2.598.000

Vlottende activa

Voorraden

44.379

36.000

39.000

41.000

40.000

41.000

Uitzettingen/Vorderingen

470.957

409.000

402.000

411.000

402.000

405.000

Overlopende activa

199.214

177.000

175.000

184.000

179.000

179.000

Liquide middelen

4.946

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

719.496

627.000

621.000

641.000

626.000

630.000

Totaal Activa

3.060.209

3.059.000

3.127.000

3.204.000

3.279.000

3.228.000

Vaste passiva

Eigen Vermogen

1.185.653

1.098.000

966.000

872.000

812.000

727.000

Voorzieningen

97.199

117.000

117.000

111.000

104.000

96.000

Langlopende schulden

1.370.952

1.296.000

1.489.000

1.533.000

1.785.000

2.004.000

2.653.804

2.511.000

2.572.000

2.516.000

2.701.000

2.827.000

Vlottende passiva

Vlottende schulden

232.092

375.000

410.000

524.000

417.000

245.000

Overlopende passiva

174.313

173.000

145.000

164.000

161.000

156.000

406.405

548.000

555.000

688.000

578.000

401.000

Totaal Passiva

3.060.209

3.059.000

3.127.000

3.204.000

3.279.000

3.228.000

Conclusie
De gemeente kent voor 2021 en 2002 een sluitende begroting., Voor de jaren daarna zijn de financiële vooruitzichten ongunstig. Een volgend college zal structurele maatregelen moeten nemen of de gemeentelijke financiën in evenwicht te houden.  De algemene reserve is te laag om de voorziene risico’s op te vangen als deze zich in de volledige omvang voordoen. Er is een herstelplan voor de algemene reserve vastgesteld. Onderdeel hiervan is de voorgenomen verkoop van niet langer noodzakelijk vastgoed. De financieringslast van de gemeente is structureel draagbaar en de gemeente heeft relatief lage schulden. Daarnaast kent Den Haag ten opzichte van het landelijk gemiddelde een gematigde lokale lastendruk. De solvabiliteit door de verkoop van Eneco in 2020 blijft de komende jaren boven de signaleringswaarde van de VNG van 20%. De Eneco-middelen zijn beleidsmatig belegd en zijn daardoor niet vrij beschikbaar. Gelet op de exploitatierisico’s en het afgenomen weerstandsvermogen is het zaak de financiële positie en de ontwikkeling daarin verscherpt te monitoren.

Deze pagina is gebouwd op 06/02/2022 15:14:55 met de export van 09/09/2021 16:43:56