Home

Algemeen

1.1 Inleiding

De voorliggende begroting ziet toe op het beleid en de financiën van de gemeente in de periode tot en met 2025. Het is de laatste begroting van het huidige gemeentebestuur en daarmee ook het vertrekpunt van het gemeentebestuur dat na de verkiezingen in maart 2022 aantreedt.

Landelijk staan de gemeentelijke financiën onder druk. Dit wordt onder meer bevestigd in het rapporten “Rust, reinheid en regelmaat” uit maart 2021 van de Raad voor het Openbaar bestuur, “Roeien met te korte riemen” van de provincie Zuid-Holland en “Gemeenten in de knel” van onderzoeksbureau Cebeon uit april 2021. Het laatstgenoemde rapport maakt duidelijk dat gemeentelijke begrotingen voor belangrijke thema’s als klimaatverandering en vervangingsinvesteringen voor infrastructuur geen of onvoldoende structurele middelen in de begroting hebben. Minister Ollongren heeft op 15 april het rapport aan de Tweede Kamer aangeboden. Het besef dat gemeenten financieel onder zware druk zijn komen te staan, dringt bij het Rijk daarmee steeds verder door. Dit blijkt ook uit de arbitragezaak tussen gemeenten en het Rijk over de kosten voor de jeugdzorg, waar de gemeenten in het gelijk zijn gesteld. Voor 2022 heeft dit geleid tot extra middelen om de tekorten voor de jeugdzorg op te vangen. Hiermee is een fundament gelegd voor de benodigde structurele extra rijksmiddelen voor de jeugdzorg.

Voor de gemeente Den Haag wordt het steeds moeilijker de eindjes aan elkaar te knopen.  De gemeente ontvangt al een paar jaar een te lage rijksbijdrage voor de uitvoering van wettelijke taken als bijstandsverlening, jeugdzorg en Wmo. In z’n algemeenheid zien we dat in beginsel structureel beleid steeds vaker geheel of gedeeltelijk met incidentele middelen wordt gedekt. De begroting raakt hierdoor uit evenwicht. Voor een gezonde financiële huishouding is het van belang dat dit evenwicht  weer wordt hersteld. Ook de effecten van corona hebben hun weerslag op de stad. Om de effecten van de coronacrisis op te vangen zag de gemeente zich in 2020 genoodzaakt om de helft van de algemene reserve in te zetten. Deze is hiermee tot ruim onder het noodzakelijk geachte niveau gedaald. Daarom is de gemeente begonnen aan een herstelplan voor de algemene reserve om deze in de komende jaren weer op niveau te krijgen. Daarnaast daalt de reservepositie van de gemeente de komende jaren gestaag, waardoor langzaam maar zeker de ruimte om beleidsmatige keuzes te maken afneemt.

De nu voorliggende begroting is onder grote onzekerheid opgesteld. De eerste schetsten voor deze begroting zijn op 1 juni met de raad gedeeld in de voorjaarsnota (RIS 308972). Hieruit bleek een uitdagend beeld. De gemeente voorziet op basis van de huidige inzichten een jaarlijks tekort van ruim € 19 mln. (op een begrotingsomvang van € 2,9 mld.) waarbij landelijke ontwikkelingen dit algemene financiële beeld voor de gemeente Den Haag in grote mate kunnen beïnvloeden.  

Landelijke ontwikkelingen van de gemeentelijke financiën zijn omvangrijk en onzeker. Een herverdeling van het gemeentefonds per 2023 is in voorbereiding. Volgens het actuele beeld pakt deze sterk nadelig uit voor Den Haag. Anderzijds is de verwachting dat het nieuwe kabinet over de brug komt om gemeenten beter te compenseren voor de taken in het sociaal domein. Ook wordt de opschalingskorting voor het gemeentefonds mogelijk afgeschaft. Nadat het nieuwe kabinet keuzes heeft gemaakt, kan de balans worden opgemaakt hoe de voor- en nadelen per saldo uitpakken voor de gemeente.

Vanwege de onzekerheden rondom de financiële ontwikkelingen en de gemeenteraadsverkiezingen, is gekozen voor een beleidsarme invulling van deze begroting. De begroting is opgesteld binnen de afspraken van het coalitieakkoord. Daarbij is ruimte gevonden om knelpunten en prioriteiten incidenteel in te vullen. Enkele maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen en voordat de afwegingen van het nieuwe kabinet bekend zijn, is niet het moment om keuzes voor de langere termijn te maken. Deze worden overgelaten aan het nieuwe gemeentebestuur. Vanuit deze overweging is de begroting 2022-2025 opgebouwd langs de volgende pijlers:

Het voorziene tekort van jaarlijks ruim € 19 mln., wordt voor 2021 en 2022 incidenteel opgevangen. Invulling vanaf 2023 vindt plaats door de nieuwe coalitie.

  • Voor 2021 en 2022 wordt het tekort ondervangen door middelen aan te wenden uit de gewonnen rechtszaak over het bijstandsbudget en onder meer de inzet van de algemene reserve.
  • De taakstelling vanaf 2023 heeft betrekking op de bestuursperiode van de nieuwe coalitie en invulling wordt overgelaten aan deze coalitie. Zij kan hierbij eigen prioriteiten stellen en hierbij de dan actuele inzichten van de gemeentefinanciën als vertrekpunt nemen. Hierbij kan de coalitie putten uit een overzicht van mogelijke bezuinigingen, hervormingen en inkomstenverhogende maatregelen (motie, RIS 306738) dat momenteel wordt uitgewerkt.

Financiële ruimte inzetten voor incidentele knelpunten

  • Om de grootste knelpunten voor nu het hoofd te bieden en de stad klaar te maken voor de toekomst moet de gemeente blijven investeren. In deze begroting is enkel ruimte voor incidentele knelpunten en intensiveringen.
  • Er is ruimte ontstaan door meevallers bij de uitvoering van de Rotterdamsebaan en doordat een reservering voor jeugdzorg niet langer benodigd is vanwege de extra rijkscompensatie.
Deze pagina is gebouwd op 06/02/2022 15:14:55 met de export van 09/09/2021 16:43:56