1.3 Actuele ontwikkelingen
Een begroting is (altijd) een momentopname. De toegelichte onzekere financiële ontwikkelingen kunnen het financiële beeld in de komende jaren beïnvloeden, zowel voor- als nadelig. De gemeente houdt deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Daarom wordt nader stilgestaan bij de actuele ontwikkeling met betrekking tot het weerstandsvermogen van de gemeente, de coronacrisis en de verwerking hiervan in de begroting.
Ontwikkeling weerstandsvermogen
Om de effecten van de coronacrisis op te vangen, zag de gemeente zich in 2020 genoodzaakt om de helft van de algemene reserve in te zetten. Deze is hiermee tot ruim onder het noodzakelijk geachte niveau gedaald. In de voorliggende begroting wordt opnieuw een beroep gedaan op de algemene reserve om het tekort voor de periode tot en met 2022 deels op te vangen.
Anderzijds wordt de gemeente met veel financiële onzekerheden geconfronteerd en dit vraagt om een goede buffer om risico’s op te kunnen vangen. Dit is zichtbaar in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting. De grootste risico’s hangen samen met de rijksregelingen op het sociaal domein (jeugd, Wmo en bijstandsverlening) en de ontwikkelingen op het gemeentefonds waarover het nieuwe kabinet zal besluiten.
Op basis van de analyse die in de paragraaf weerstandsvermogen is uitgevoerd, is een algemene reserve nodig van € 102 mln. De algemene reserve is begroot op € 51,4 mln. per eindejaar 2022 en is daarmee € 50,6 mln. lager dan benodigd op basis van de huidige risico’s die zijn voorzien.
De gemeente heeft in 2020 een herstelplan opgesteld om de algemene reserve aan te vullen. Dit herstelplan bestaat uit:
- het verkopen van gemeentelijke vastgoed dat geen beleidsmatig doel dient waarbij boekwinsten ten gunste van de algemene reserve worden gebracht;
- het toevoegen van vrij te besteden bespaarde rente in de komende jaren;
- het vasthouden van jaarrekening resultaten die conform de bestaande spelregels aan de algemene reserve worden toegevoegd.
De eerste stappen van het herstel zijn gezet. Bij de begroting 2021-2024 kende de algemene reserve slechts een omvang van € 24,5 mln. Dit is toegenomen tot een begrote stand van € 51,4 mln. per eindejaar 2022. Voor 2023 en 2024 is een extra toevoeging van € 14 mln. begroot uit de verkoop van vastgoed. Ook de andere stappen uit het herstelplan blijven noodzakelijk om de algemene reserve verder aan te vullen.
Ontwikkelingen coronacrisis
De actuele inzichten rondom de impact van de coronacrisis worden toegelicht. Hierbij wordt ingegaan op de directe effecten in 2021, de nasleep van de coronacrisis en de risico’s die hiermee gemoeid zijn.
Vertrekpunt: impactanalyse bij voorjaarsnota 2021
Bij de voorjaarsnota van 1 juni 2021 is een financiële analyse gegeven van de impact van de coronapandemie voor 2021. Een effect van € 105 mln. is bij de analyse voor 2021 voorzien[1]. De effecten treden gemeentebreed op en hebben zowel betrekking op hogere lasten die de gemeente maakt als de afname van inkomsten. De totalen per programma zijn in de volgende tabel weergegeven (zie RIS 308972 voor een uitgebreide toelichting):
Impactanalyse coronacrisis 2021 | Bruto effect | Voorziene dekking | Saldo (aanspraak buffer) |
---|---|---|---|
(bedragen * € 1.000) | |||
1.Gemeenteraad | -50 | 50 | - |
2. College en bestuur | - | - | - |
3. Duurzaamheid, milieu en energietransitie | -472 | 222 | -250 |
4. Openbare orde en veiligheid | -900 | 325 | -575 |
5. Cultuur en Bibliotheek | -8.401 | 8.323 | -78 |
6. Onderwijs | -3.620 | 3.620 | - |
7. Werk en inkomen | -36.400 | 36.400 | - |
8. Zorg, welzijn, Jeugd en Volksgezondheid | -18.708 | 16.458 | -2.250 |
9. Buitenruimte | -5.617 | 1.524 | -4.093 |
10. Sport | -4.913 | 4.913 | - |
11. Economie | -2.475 | 1.375 | -1.100 |
12. Mobiliteit | -11.967 | 11.667 | -300 |
13. Stadsontwikkeling en wonen | -2.522 | 502 | -2.020 |
14. Stadsdelen, integratie en dienstverlening | -1.050 | 550 | -500 |
15. Financiën | -4.735 | 4.135 | -600 |
16. Overhead | -3.138 | 848 | -2.290 |
Totaal | -104.968 | 90.912 | -14.056 |
Op basis van de analyse kunnen de effecten worden gedekt uit rijksvergoedingen en aanwending van dekking binnen de beleidsprogramma’s. Daarna resteert een negatief saldo van ongeveer € 14 mln. (hierbij waren enige posten, met name afvalstoffenheffing, nog niet gekwantificeerd). Bij de begroting 2021 is de reserve buffer impact coronacrisis ingesteld met een bedrag van € 22 mln. voor risico’s van de coronacrisis. Op basis van de impactanalyse voldoet dit bedrag. Bij deze begroting is nu geen aanleiding om extra weerstandsvermogen voor corona op te nemen.
Verwerking impact coronacrisis 2021 in actuele begroting
Bij de begrotingsactualisatie zijn de verwachte financiële effecten van de coronacrisis voor 2021 grotendeels verwerkt. Omdat deze actualisaties betrekking hebben op het lopende jaar, vormt dit onderdeel van de bijlage bij het raadsvoorstel van deze programmabegroting. Daar zijn omvangrijke begrotingsactualisaties (> 2,5 mln.) voor het lopende jaar toegelicht.
De meest relevante actualisaties en inzichten betreffen de volgende:
- De lasten en de kostendekkende rijksvergoedingen met betrekking tot het testen, traceren en vaccineren door de GGD en de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling voor ondernemers (TOZO) zijn verwerkt. De begroting is hierdoor met € 143 mln. (€ 65 mln. GGD en € 78 mln. TOZO) in volume toegenomen.
- Het Rijk heeft vergoedingen toegekend in december 2020 en mei 2021. Dit betreft ca. € 40 mln. en is toegevoegd aan de beleidsprogramma’s waar de vergoedingen betrekking op hebben. De grootste bijdragen zijn toegekend voor: re-integratie (€ 12,9 mln.), ondersteuningspakket voor cultuur (€8,4 mln.), crisisdienstverlening (€ 3,3 mln.) en een bijdrage voor uitvoering van de regeling Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (€ 3,2 mln.) voor huishoudens die in ernstige financiële problemen dreigen te komen.
- Een nieuwe reserve Armoede, inkomen en werk is ingesteld om de nasleep van de coronacrisis in de periode t/m 2024 op te vangen. Deze is gevuld met € 30,5 mln. Dekking is hiervoor beschikbaar gesteld uit de middelen die het Rijk beschikbaar heeft gesteld met de circulaires en de TOZO-middelen.
- Het sociaaleconomisch herstelplan is in uitvoering. Dekking komt deels uit de bijbehorende reserve. Deze wordt lopende het jaar voor € 8,7 mln. onttrokken om uitvoering te geven aan de planvorming.
- Uit de reserve buffer impact coronacrisis is € 7,4 mln. beschikbaar gesteld om zekere meerkosten voor afvalstoffenverwerking te dekken. Thuiswerken en thuisleren leiden tot meer huishoudelijk afval en de tarieven voor 2021 zijn hiervoor niet afdoende.
- De resterende dekking in de reserve buffer impact coronacrisis betreft € 15,6 mln. In 2021 verwachten we een aanvulling als het Rijk de laatste inkomstendervingen over 2020 compenseert. Dit moet nog plaatsvinden.
Werkwijze verwerking onzekere corona-effecten 2021
Voor sommige effecten van de coronacrisis is de mate van optreden nog onzeker en is de benodigde dekking nog niet goed te begroten, of mag deze volgens de verslaggevingsvoorschriften (BBV) nog niet worden opgenomen. De effecten en de dekking hiervan zijn niet in de begroting verwerkt. De ontwikkeling van deze posten wordt uiteraard wel gemonitord en hierover wordt gerapporteerd als onderdeel van de prognose bij de 8-maandsrapportage over 2021. Het heeft betrekking op het volgende:
- Posten die in aanmerking komen voor inkomstencompensatie 2021.
VNG en Rijk hebben afgesproken dat in 2021 aanvullende compensatie van inkomstenderving komt op basis van de daadwerkelijke situatie. Deze compensatie heeft met name betrekking op de daling van inkomsten uit toeristen- en parkeerbelasting en leges. Omdat de compensatie in 2022 wordt vastgesteld, mag deze volgens de boekhoudkundige regels nog niet worden begroot.
- Posten waarvoor de buffer impact coronacrisis als achtervang dient
De gemeentelijke reserve buffer impact coronacrisis is ingesteld om effecten te vergoeden die niet kunnen worden vergoed door rijksdekking of sturing op het eigen beleidsprogramma. Gezien de materiële omvang is voor meerkosten afvalverwerking een bedrag van € 7,3 mln. op begrotingsbasis toegekend. Voor de overige, kleinere, posten uit de impactanalyse geldt dat dekking wordt toegekend nadat effecten zijn opgetreden en indien het nadeel niet anderszins kon worden opgevangen. Zo blijft de buffer inzetbaar voor die onderdelen waar deze het hardst nodig is. De reserve kent een omvang van € 15,6 mln. In 2021 verwacht de gemeente een aanvulling als het Rijk de laatste inkomstendervingen over 2020 compenseert. Dit moet nog plaatsvinden.
De keuze om dekking uit de buffer impact coronacrisis op realisatiebasis toe te kennen brengt met zich mee dat deze plaatsvindt na afronding van het boekjaar. Dekking worden onder de volgende voorwaarden toegekend (en zover de dekking reikt):
- Het betreffende nadeel uit de impactanalyse 2021 is opgetreden (hierin wordt ook het toegekende bedrag voor huurkortingen begrepen zoals op 9 maart door het college besloten).
- Het beleidsprogramma heeft in 2021 een negatief resultaat behaald en heeft geen ruimte op de programmareserve
- Voor PM-posten is de hoogte van de vergoeding nader vast te stellen.
Actualisatie impactanalyse bij 8-maandsrapportage
Als onderdeel van de 8-maandsrapportage wordt een actualisatie uitgevoerd van de financiële impactanalyse corona en de dekking om de impact op te vangen in 2021.
Impact 2022 en verder
Voor 2022 en verder verwachten we een nieuwe fase, waarin de crisis niet langer het dagelijkse leven in de stad bepaalt en maatregelen verder worden afgebouwd. Enerzijds zijn de voortekenen goed. De economie komt sneller op gang dan verwacht. Anderzijds weten we dat veel gevolgen van de coronacrisis met succes door de noodmaatregelen zijn gedempt. Ook is het nog onzeker hoe de ontwikkelingen rond het virus zich daadwerkelijk ontvouwen.
Met het afbouwen van de maatregelen en de verwachte verdere normalisatie van het leven, ziet de gemeente het gevaar van de crisis na de crisis. Denk hierbij aan de gevolgen van uitgestelde zorg, GGZ-problematiek en ontwikkeling van werkloosheid. Daarom zet de gemeente breed in op herstel. In de programmatoelichtingen bij deze begroting wordt deze inzet toegelicht. Het betreft een breed palet, variërend van het stimuleren van bewoners om weer te gaan sporten, de versterking van de Haagse economie en het bieden van extra ondersteuning van kinderen en jongeren.
Een pijler onder de maatregelen om de nasleep van de coronacrisis op te vangen is de vorming en vulling van een nieuwe reserve Armoede, inkomen en werk. Deze wordt gevuld met een bedrag van € 30,5 mln. uit ontvangen rijkscompensatie. De inzet wordt voor 2022 t/m 2024 begroot, wanneer de gemeente de meeste effecten op armoede, inkomen en werk verwacht omdat de dempende effecten van de rijksregelingen niet langer gelden. Door deze impuls voor de komende jaren kan de gemeente mensen met een uitkering en werkende armen blijven ondersteunen. Daar zijn risico’s voor de nasleep van de coronapandemie hoog.
Gezien de onzekere ontwikkelingen van de crisis en de nasleep hiervan, is aanvullend op de maatregelen en de beschikbare buffer een risico van € 10 mln. opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Voor de middellangetermijn zien we vooral het restrisico dat baten (waaronder parkeren, toeristenbelasting, afvalstoffenheffing, huren, dividenden) structureel lager komen te liggen dan het niveau waar de huidige begroting vanuit gaat, zonder dat daar afdoende extra rijksvergoeding tegenover staat.
[1] Exclusief de kosten die de gemeente maakt voor uitvoering van de overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) en de kosten voor de GGD met betrekking tot testen en traceren van corona en het vaccineren. Hier staat een kostendekkende vergoeding tegenover