Indicatoren

Prestatie-indicatoren	Nulmeting	Realisatie 2020	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024	Begroting 2025
Aantal deelnemers laagdrempelige sportstimuleringsprojecten*	14.000	10.000	18.000	15.000	18.000	20.000	22.000
Aantal topsporters/talenten per jaar	239	223	215	240	240	240	240
Het percentage bezetting van de velden	6,1%	6,3%	6,3%	6,3%	6,3%	6,3%	6,3%
Het percentage bezetting van sporthallen	68,8%	35,8%	70,0%	70,0%	70,0%	70,0%	70,0%
* wekelijkse aantallen, geen unieke deelnemers Sportstimuleringsprojecten De gemeente ondersteunt sportstimuleringsprojecten, onder meer met combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches. Zo bevordert de gemeente dat meer inwoners in beweging komen en uiteindelijk structureel gaan sporten en bewegen. We meten het aantal deelnemers en daarmee het bereik en de impact van de projecten. Als gevolg van de coronacrisis hebben we voor 2022 een lager aantal deelnemers begroot. In 2022 leggen we een extra focus op het activeren van inwoners die de door coronacrisis gestopt zijn met sporten en bewegen. Topsporters/talenten per jaar Om het succes van het Haagse topsportbeleid te meten, houdt de gemeente bij hoeveel topsporters en talenten er in Den Haag zijn. Het gaat om sporters met een formele topsportstatus van NOC*NSF. Het aantal topsporters hangt samen met het aantal gevestigde topsportprogramma’s en regionale trainingscentra. Een aantal topsporters wonen in Den Haag en volgen elders hun topsport- of talentprogramma.

Effectindicatoren	Realisatie 2020	Begroting 2021	Begroting 2022	Begroting 2023	Begroting 2024	Begroting 2025
Tevredenheid bezoekers gemeentelijke sporthallen	7,5	7,5	7,5	7,5	7,5	7,5
Tevredenheid bezoekers gemeentelijke zwembaden	7,8	7,5	7,5	7,5	7,5	7,5
Percentage vitale verenigingen	58%	60%	58%	58%	58%	58%

Zijn bezoekers tevreden?
Bezoekers geven de sporthallen en zwembaden een ruime voldoende. Dat blijkt uit metingen van de gemeente naar de tevredenheid over de bereikbaarheid, netheid en veiligheid van deze sportvoorzieningen. We blijven ook in 2022 investeren in onderhoud, gastheerschap en kwaliteit van dienstverlening om de tevredenheid op niveau te houden.

Vitale sportverenigingen
De gemeente blijft sportverenigingen in 2022 intensief ondersteunen. Vitale verenigingen zijn beter in staat sportactiviteiten voor leden en buurtbewoners te organiseren. Een goed aanbod van sportactiviteiten draagt weer bij aan de sportdeelname. De gemeente ondersteunt sportverenigingen in hun vitaliteit met cursussen en projectmanagers voor specifieke tijdelijke opgaven van een vereniging. De vitaliteitsscore wordt samengesteld uit de score op een aantal indicatoren: financiën, beleid, organisatiestructuur, vrijwilligers, maatschappelijke rol. Dit onderzoek wordt om de 2 jaar gedaan.

Kengetallen	Actuele peildatum
Het percentage Hagenaars dat >12 keer per jaar sport (RSO-definitie)	74%
Het percentage Hagenaars dat lid is van een sportvereniging	66%
Het percentage kinderen dat een zwemdiploma heeft, per leeftijdscategorie	98%

Beleidsindicator (Rijk)	Actuele peildatum
Het percentage respondenten dat niet of minder dan 1x per week sport	45%

Hoeveel Hagenaars sporten elke maand?
De gemeente houdt bij welk percentage van de Haagse bevolking tussen de 16 en 70 jaar aan sport doet. Conform de landelijke definitie is iemand een sporter als hij of zij minimaal 12 keer per jaar sport. Het percentage wordt jaarlijks gemonitord. De sportdeelname is van vele factoren afhankelijk en wordt niet alleen door het beleid van de gemeente gestuurd.

Hoeveel Hagenaars zijn lid van een sportvereniging?
Sportverenigingen zijn organisaties van, voor en door Hagenaars zelf. Ze vormen de ruggengraat van de Haagse sportinfrastructuur en zorgen voor verbinding tussen mensen. Door het aantal leden van sportvereniging te meten, wordt duidelijk hoe het gesteld is met de centrale rol van sportverenigingen voor de sport en voor de stad.

Hoeveel Hagenaars sporten minder dan één keer per week?
Deze beleidsindicator is verplicht vanuit het Rijk. Het RIVM meet welk percentage van de bevolking niet of minder dan één keer per week sport. Omdat het RIVM dit niet doet volgens de landelijke richtlijnen, is dit percentage niet te vergelijken met het bovenstaande percentage sportdeelname.